In het oude China was een olifant het symbool van kracht en wijsheid. Een West-Afrikaanse stam geloofde zelfs dat mensen van dit dier afstammen. Dat gaat wel erg ver. Maar ook de pygmeeën van het Ituriwoud in Kongo kunnen er wat van. Zij menen dat de olifant de ziel van de overleden voorouders draagt. Vast staat in ieder geval dat de olifant een intelligent en emotioneel dier is. Vergeten doet hij niet snel. Lang kan hij rouwen wanneer een soortgenoot sterft.
Behalve in China wordt de olifant in veel andere Aziatische landen als een bijzonder dier beschouwd. Zo is de olifant volgens de Indiase mythologie heilig, denken bijgelovige Japanners dat een beeldje van een olifant naast het bed ervoor zorgt dat nachtmerries weg zullen blijven en ziet men in de Hindoeïstische godsdienst de olifant als de god van de wijsheid en het geluk.

De olifant en in het bijzonder de witte, heeft vooral in Thailand veel betekenis. Buddha zou zelfs uit een witte olifant geboren zijn. Tot 1910 was de witte olifant bovendien het wapendier van het Koninkrijk Siam, zoals Thailand indertijd werd genoemd. Witte olifanten die aan de koning worden geschonken ziet men als geluksbrengers.

Gelukkig hoef je niet bijgelovig te zijn om een dier dat geassocieerd wordt met kracht, wijsheid, emotie, zuiverheid en geluk als boegbeeld te hebben.